Iedereen met een Netflix-account is er haast niet van weg te slaan: de razend spannende en bovendien Spaanstalige serie La Casa de Papel. Jij, een taalleerder die al enkele tijd bezig is om je Spaans onder de knie te krijgen, denkt nu misschien: “Ideaal! Spaans leren vanuit mijn luie zetel.” Gewoon even die ondertitels voor anderstalige films of series aanzetten om alles te begrijpen en ¡vámonos!
Maar is dat wel echt zo’n goed idee? Helpen ondertitels bij films je om een nieuwe taal te leren?
Eén van de beste – en meteen ook de meest luie – manieren om je taalbeheersingsniveau bij te schaven, is door films en series te kijken in die vreemde taal. Helaas is dat niet voor elke taalleerder even vanzelfsprekend. Zeker niet wanneer je woordenschat nog niet zo uitgebreid is. En al helemaal niet wanneer die Spanjaarden weer snel en binnensmonds praten, zoals ze gewoonlijk doen. Dan komen die ondertitels handig van pas, op één voorwaarde: dat ze ook in het Spaans staan.
Nederlandstalige ondertitels hebben bij taalleren weinig nut. Als kijker ben je je meer aan het focussen op het lezen van de ondertitels dan op de spannende wendingen in de plot van je film of serie. Bovendien moeten je hersenen zich nu niet concentreren op één taal, maar op twee, wat het taalleren nauwelijks tegemoet komt en zelfs kan verhinderen.
Daarom is het belangrijk dat je die ondertitels verandert, van het Nederlands naar de taal die je wilt leren, de doeltaal. Ondertiteling in de doeltaal helpt namelijk om die eindeloze stroom van woorden beter te volgen. Je hebt bovendien ook nog de mogelijkheid om je serie te pauzeren, moeilijke en onbekende woorden te identificeren en – indien nodig – een gepaste vertaling ervoor op te zoeken. Naast het feit dat je zo je woordenschat uitbreidt, ben je je zo ook meer en beter bewust van de spelling van woorden in je doeltaal, wat dan weer van pas komt bij niet-fonetische talen zoals het Engels.
Ten slotte zijn ondertitels handig wanneer er regionale dialecten en accenten aan te pas komen. Als taalleerder leer je natuurlijk geen regionale taalvariëteit, maar opteer je liefst voor de nette standaardtaal. Toegegeven, in de praktijk – en op televisie – liggen de zaken duidelijk anders. Hoe aantrekkelijk en sappig sommige accenten ook mogen klinken (denk maar aan de Schotten uit Outlander of de tongval van Jon Snow uit Game of Thrones), we kunnen niet ontkennen dat niet iedereen zich altijd even verstaanbaar maakt.
Dus ja, kijk gerust naar La Casa de Papel, maar vergeet niet die ondertitels te switchen van Nederlands naar Spaans. En neen, het is geen schande om af en toe op pauze te moeten drukken om echt helemáál mee te zijn met het intrigerende plan van El Profesor.